De wensbloem
Grote boom is ziek
Grote boom is ziek
Nederlands
2015
Vanaf 3-5 jaar
Grote Boom heeft houtwormpjes onder zijn schors. De dokter behandelt hem, maar egel Snuiter ziet hem alleen maar zieker worden. Prentenboek met sfeervolle aquarelillustraties en verwerkingstips. Om te praten over het omgaan met een dierbare die kanker heeft.
Details
Extra onderwerp
Titel
Grote boom is ziek
Auteur
Nathalie Slosse
Illustrator
Rocío Del Moral
Taal
Nederlands
Uitgever
Sint-Niklaas: Abimo, 2015
15 vertelplaten
15 vertelplaten
Aantekening
Vertelplaten voor kamishibai
ISBN
9789059329249
Besprekingen
NBD Biblion
Kirsten de Pré MA
Voor peuters en kleuters zijn er weinig boeken beschikbaar die gaan over het kennen van iemand met…
Voor peuters en kleuters zijn er weinig boeken beschikbaar die gaan over het kennen van iemand met een ernstige ziekte en hoe daarmee om te gaan. De auteur van dit prentenboek besloot daarom het boek te schrijven dat zij tijdens haar ziekte had gemist voor haar 2-jarige zoontje. Het verhaal gaat over Grote Boom en Snuiter. Grote Boom blijkt houtwormpjes onder zijn schors te hebben. De dokter behandelt hem hiervoor, maar Snuiter snapt het niet. Grote Boom wordt alleen maar zieker van de behandelingen. Een mooi, ontroerend prentenboek dat een ziekte als kanker door de prachtige metaforen heel inzichtelijk maakt voor jonge kinderen. De houtwormpjes staan metafoor voor de kankercellen en de afvallende bladeren voor haaruitval. Het legt niet alleen het ziektebeeld uit, maar gaat ook in op de vragen waarom iemand zoiets overkomt en wat de kinderen zelf kunnen doen. Ondanks het onderwerp is het geen zwaar verhaal. Mooie paginagrote aquarelillustraties. Het boek besluit met doe-ideeën die kinderen kunnen helpen om hun emoties te verwerken en de zieke dierbare te troosten. Ongewijzigde herdruk. Vanaf ca. 4 jaar.
Pluizer
Grote Boom is ziek
Ilse Trimborn - 22 januari 2015
Toen Nathalie Slosse geconfronteerd werd met kanker vond ze geen geschikt boek om haar zoontje…
Toen Nathalie Slosse geconfronteerd werd met kanker vond ze geen geschikt boek om haar zoontje duidelijk te maken wat die vreselijke ziekte met een mens doet. Na haar ziekte besloot ze dit boek te schrijven, om dit gemis op de boekenmarkt te vullen.
Het verhaal is zeer helder geformuleerd: Grote Boom is ziek en zijn vriendje Snuiter, een kleine egel, wil hem helpen. De dokter komt langs en concludeert dat Grote Boom geplaagd wordt door houtwormpjes die verdreven moeten worden. De medicijnen zullen de boom genezen, maar eerst lijkt het wel alsof de boom zieker wordt, als zijn blaadjes neerdwarrelen. Snuiter weet eigenlijk niet of Grote Boom nog wel ooit opniieuw zijn sterke vriend zal worden, maar blijft hopen.
De figuur van Kleine Snuiter met zijn gevoelens van wanhoop, verdriet, woede en ondertussen kinderlijk naïeve oplossingen aandragend, is zeer levensecht neergezet.
De knappe metaforen – houtwormpjes zijn kankercellen, vallende blaadjes ofte het uitvallen van haar – dragen bij tot een sterk, ontroerend, maar ook hoopgevend prentenboek dat ondanks de goede afloop geen onrealistische verwachtingen creëert bij het jonge doelpubliek. Zelfs wanneer de kanker het wint, is dit een zeer bruikbaar boek, dat aangeeft dat iedere mens iets van zichzelf achterlaat.
Achterin het boek staan verschillende knutselactiviteiten die tegelijk troostmomenten kunnen zijn voor kinderen. Eigenlijk zou je willen dat dergelijke boeken niet nodig zijn, maar wanneer dat toch het geval is, vormt dit boek een welkom hulpmiddel voor (groot)ouders, leerkrachten en opvoeders.
Het verhaal is zeer helder geformuleerd: Grote Boom is ziek en zijn vriendje Snuiter, een kleine egel, wil hem helpen. De dokter komt langs en concludeert dat Grote Boom geplaagd wordt door houtwormpjes die verdreven moeten worden. De medicijnen zullen de boom genezen, maar eerst lijkt het wel alsof de boom zieker wordt, als zijn blaadjes neerdwarrelen. Snuiter weet eigenlijk niet of Grote Boom nog wel ooit opniieuw zijn sterke vriend zal worden, maar blijft hopen.
De figuur van Kleine Snuiter met zijn gevoelens van wanhoop, verdriet, woede en ondertussen kinderlijk naïeve oplossingen aandragend, is zeer levensecht neergezet.
De knappe metaforen – houtwormpjes zijn kankercellen, vallende blaadjes ofte het uitvallen van haar – dragen bij tot een sterk, ontroerend, maar ook hoopgevend prentenboek dat ondanks de goede afloop geen onrealistische verwachtingen creëert bij het jonge doelpubliek. Zelfs wanneer de kanker het wint, is dit een zeer bruikbaar boek, dat aangeeft dat iedere mens iets van zichzelf achterlaat.
Achterin het boek staan verschillende knutselactiviteiten die tegelijk troostmomenten kunnen zijn voor kinderen. Eigenlijk zou je willen dat dergelijke boeken niet nodig zijn, maar wanneer dat toch het geval is, vormt dit boek een welkom hulpmiddel voor (groot)ouders, leerkrachten en opvoeders.