'Als je dit op een scherm leest, fuck off. Ik praat alleen als ik met beide handen wordt vastgegrepen.' Het is de openingszin van Book of numbers, een roman uit 2015 van zeshonderd bladzijden van Joshua Cohen, geboren in 1980 in New Jersey. In The New York Times werd het boek geprezen als 'een Ulysses voor het internettijdperk', maar ook bekritiseerd als 'een overvol en pretentieus monument voor narcisme'. Book of numbers is nog niet in het Nederlands beschikbaar, maar pas verscheen De Netanyahu's uit 2021 in een vertaling van Janine van der Kooij. Het is de zesde roman van Cohen, en hij ontving er in 2022 de Pulitzerprijs voor.
Complot
Het geldt misschien voor alle romanciers, maar veel van wat Cohen schrijft - met uitzondering van sommige van zijn onderwerpen - lijkt uit de 20ste eeuw te stammen. Hij staat alleszins met opzet in een traditie waarin zich onder anderen Philip Roth, Thomas Pynchon en Saul Bellow bevinden. Toch zou het te ver gaan om dat conservatief of nostalgisch te noemen: het gaat erom te behouden wat betekenis heeft, en het te confronteren met de wereld van vandaag. Precies dat is wat Cohen met De Netanyahu's doet. Zoals de ironische ondertitel aangeeft - Een verhaal over een onbetekenende en uiteindelijk zelfs verwaarloosbare episode in de geschiedenis van een zeer beroemde familie - zijn de gebeurtenissen op het eerste gezicht niet wereldschokkend. De verteller is Ruben Blum, een Joods-Amerikaanse academicus die zich interesseert in de geschiedenis van belastingen. 'Ik bén inderdaad Joods historicus,' zegt hij op de tweede bladzijde, 'maar ik ben géén historicus van de joden - of ben dat in ieder geval beroepsmatig nooit geweest.'
De Netanyahu's is deels een campusroman: Blum is een professor aan de fictieve Corbin University, die terugblikt op het einde van de jaren 50, de periode waarin hij probeert om vastbenoemd te raken. Op een dag wordt hij gevraagd om lid te worden van een aanwervingscommissie. Blum is verrast, want de kandidaat is een specialist in de middeleeuwse geschiedenis van het Iberische schiereiland, die zijn carrière baseerde op wat je een complottheorie zou kunnen noemen: joden worden altijd en overal gehaat, en daar zal nooit verandering in komen. De enige reden waarom Blum mee mag beslissen of Corbin deze man zal aannemen, is dus niet zijn expertise, maar zijn joodse afkomst. Die identiteit heeft hem al eerder met onverwachte taken opgezadeld: zo wordt hij, als de enige joodse professor, ieder jaar aangeduid om zich te verkleden als kerstman op het eindejaarsfeestje.
Het zijn vermakelijke maar ook ongemakkelijke avonturen die door Cohen, bij monde van Blum, worden beschreven, en die herkenbaar zijn voor iedereen die ervaring heeft met de academische wereld, of met om het even welke omgeving waarin meer dan drie mensen samenwerken. Buitenissiger is het gegeven dat Blum de kandidaat-professor onderdak moet geven, als die tijdens een door sneeuwstormen geplaagd weekendje naar Corbin afzakt om geïnterviewd te worden. Het wordt een vreselijke ervaring voor Blum, zijn vrouw en hun tienerdochter Judy. De kandidaat is namelijk Benzion Netanyahu, een historicus en zionist die echt bestaan heeft, en die inderdaad professor werd aan een Amerikaanse universiteit. Benzion is bovendien de vader van drie zonen, onder wie Benjamin, die ook nu nog bekend is omdat hij al decennialang de baas speelt over Israël. De kleine Benjamin, zo wordt in De Netanyahu's gesuggereerd, was net als zijn broers een verwend rotjoch - terwijl hun vader een lezing geeft aan de universiteit, verwoesten ze onder meer de televisie bij de Blums thuis, en proberen ze Judy te verkrachten.
Het is zeker zo dat Cohen, zoals in eerdere romans en essays, de joodse ervaring in Amerika aankaart, en zelfs de geschiedenis van het Jodendom in het algemeen. En toch is er meer aan de hand. Het kan eveneens als een complottheorie klinken, maar is identiteitspolitiek geen joodse uitvinding? Of juister: zijn bepaalde, actuele, en vaak nogal radicale manieren om met identiteit om te gaan, niet al veel eerder op te merken in de geschiedenis van het Jodendom? Het maakt wat Blum en zijn familie overkomt, tot een universele kwestie - en dat precies in een tijd als de onze, waarin algemene menselijke problemen nauwelijks nog bestaansrecht hebben omdat ze meteen als privileges worden ontmaskerd. Waar het om draait, is precies dat mensen zich van anderen proberen te onderscheiden, op meer of minder doortastende manieren, door wat ze doen, maar eveneens door wie ze denken te zijn, en waar ze denken recht op te hebben. Ook in Vlaanderen is er recent nog op televisie aan herinnerd dat dit vooral een kwestie van geschiedschrijving is, en dat het voer is voor eindeloze discussies, binnen en buiten universiteiten.
Typisch deze eeuw
Blum, de verteller van De Netanyahu's, is zich daarvan bewust, en Cohen natuurlijk evenzeer, als een auteur die er meer dan eens van beschuldigd is te intelligent te zijn om romans te schrijven - dat rare verwijt, dat typisch iets voor deze eeuw mag heten. Een bezoek van Blums schoonfamilie aan het begin van de roman dient als een voorproefje van de latere logeerpartij van de Netanyahu's, en het illustreert dat we allemaal geobsedeerd zijn door onze hoogstindividuele eigenschappen. Zo barst er onder meer ruzie los omdat Judy van haar oma een tube neusverkleinende zalf cadeau krijgt, of omdat er bij het koken traditionele recepten van Blums ouders worden gebruikt. Het persoonlijke - het familiale - is politiek, daar komt het op neer. De belezen Blum, terugblikkend op zijn pogingen om ergernis over het gebabbel van zijn schoonmoeder te onderdrukken, citeert Freud, en diens theorie over 'het narcisme van de kleine verschillen'. 'Wij herkennen hierin,' zo schreef de Weense filosoof in zijn boek Het onbehagen uit de cultuur uit 1929, 'een gemakzuchtige en betrekkelijk onschuldige bevrediging van de neiging tot agressie, die het de leden van een gemeenschap makkelijker maakt de gelederen gesloten te houden.'
Waar die agressie toe kan leiden, in de huiskamer zowel als op het wereldtoneel, heeft Cohen in een even kritische, grappige als wanhopige roman neergeschreven.
Vertaald door Janine van der Kooij, Nijgh & Van Ditmar, 272 blz., € 21,99 (e-boek € 13,99). Oorspr. titel: 'The Netanyahus'.
Verberg tekst